Gran Canaria

 

Gran Canaria is van vulkanische oorsprong en ontstaan als gevolg van erupties op de oceaanbodem.


Gran Canaria is na Tenerife en Fuerteventura het derde grootste eiland van de Canarische Eilanden en heeft eenntotale oppervlakte van 1532 km2.


Gran Canaria kent een grote verschil aan landschappen. Vlaktes met woestijnzand, woeste bergen, rotsplateaus, hoge grillige zwarte kliffen in het westen, groene akkers, vulkanen, zandstranden.

 

Het noorden is groener en vruchtbaarder dan het droge en warmere zuiden.

In het oosten en zuiden liggen zandstranden die tot 50 kilometers lang kunnen zijn, terwijl in het westen en noorden de kusten over het algemeen erg rotsachtig zijn. De meeste stranden bestaan uit fijnkorrelig geel zand.

Bij Maspalomas, in het zuiden, ligt een bijzonder duinlandschap, Dunas de Maspalomas genoemd.

 

Door de wind en de voortdurende aanvoer van nieuw zand veranderen de duinen voortdurend van vorm en plaats, en worden daarom ook wel eens wandelende duinen genoemd.